De ijscoman

Op elke overwegend zonnige dag is dat deuntje te horen. Het doet me denken aan een tv-programma voor kinderen. Het heeft een tropisch tintje, ik zie koala’s voor me die dansen op een strand met sambaballen in hun poten. Wanneer ik echter uit het raam kijk, zie ik een wit busje met het Italiaanse woord “gelato” erop. Niks spannends of exotisch. Ik durf te wedden dat hij dezelfde ijsjes als de supermarkt verkoopt, alleen komt deze naar je deur toe. Hoe komt het dat de bakker en de melkboer niet meer langs komen, maar de ijsjes nog wel? Is dat zo’n booming business, meer dan  een groenteboer zou zijn? Of is het vooral een eenvoudige business met een product waar mensen eigenlijk geen behoefte aan hebben maar toch verleid toe worden? Kinderen waarbij het water in de mond loopt wanneer ze opgewekt worden door het deuntje. Al zijn er geen schattige diertjes te zien, en heeft het busje noch de verkoper iets Italiaans, het liedje heeft een voldoende werking op de verbeelding. Dat ijsje wil je!
Ik probeer me te herinneren wanneer ik voor het laatst een ijsje bij de ijscoman heb gehaald. Ik weet het niet, het is niet vaak voorgekomen. Naast dat ik niet echt een ijsliefhebber ben, hadden we altijd ijs in de diepvries. Dat was makkelijker dan naar dat busje lopen. Zullen al die mensen geen vriezer met ijs hebben? Of gaat het meer om het idee, het nostalgische of spannende van een ijscoman? Je hoopt dat hij lekkere en speciale ijsjes heeft. Daarnaast gaat het om de handeling van het staren naar de kaart, uiteindelijk een ijsje kiezen, het geven van een muntje en vol verlangen wachten op je ijsje. Vroeger hield ik eigenlijk wel van ijsjes, wellicht was ik gemanipuleerd door Sesamstraat. Ze zongen ‘iedereen houdt van ijsjes, liever nog dan friet’. IJsjes bestellen was spannend, maar dat deed ik eigenlijk alleen in het buitenland, op een plek waar je zelf geen vriezer hebt. Of eigenlijk, op een speciale gelegenheid; als je op vakantie bent dan mag je een ijsje bestellen. Zo bleef het speciaal.
De ijscoman roept bij mij dan ook geen nostalgische gevoelens op. Toch rijdt hij elke dag langs, in een wijk vol geld- en milieubewuste studenten. Misschien is het een strategie en hoopt hij vroeg of laat mij bij zijn busje te zien. Uit medelijden, omdat ik nooit iemand bij zijn busje iets zie bestellen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Routine en het vergeten

Uiteten