Angstig loop ik langs de supermarkt. Het liefst vermijd ik hem helemaal. Het is september. Voorzichtig voetje voor voetje schuifel ik de winkel binnen. Langzaam beweeg ik mijn hoofd, zo dat ik van de grond uiteindelijk, aftastend, op oog hoogte kijk. Pff, gelukkig. Ik kan weer normaal adem halen. Maar mijn hart bonst nog. Ik voel de opluchting door mijn lichaam. Nog geen pepernoten te zien. Ja, in september is het zover. Dan wanneer de scholen net weer zijn begonnen. En de zomer nog in je hoofd zit. Liggen ze daar op eens. Niet verscholen of voorzichtig. Nee, pontificaal, arrogant en zelfverzekerd. Het zijn aandachttrekkers. In vele vormen en maten. Smaken en verpakkingen. In diep rode verpakkingen. Met allerlei kartonnen borden erom heen. Ze liggen ook niet in de schappen, maar ergens midden in de winkel. Je wordt ermee overdonderd. Als een naald steekt het in je oog, als een fel licht na een donkere maand. Het creëert een shock. Velen hopen over deze shock
Wat is jouw lievelingskleur? Wat is jouw geluksgetal? Lievelings, kinderen gebruiken het dagelijks als gespreksonderwerp. Dit is een manier om hun mening te uiten en groepjes te vormen. Om bij anderen te horen en aansluiting te vinden. Toch is dit niet enkel voor kinderen. De vragen die in een vriendenboekje staan komen overeen met de vragen die Facebook stelt en vragen die je aan een ander stelt om deze persoon ‘te leren kennen’. Maar waarom? Ik betwijfel het of je iemand op deze manier leert kennen. Ik vind de vraagstelling lievelings en favoriet dat ook niet goed. Waarom verkies je het een boven het ander? ‘Omdat het moet’ Hoezo moet? Waar is het goed voor? De opvattingen als favoriet en lievelings zijn gebaseerd op herkenning. Je kiest de een omdat je daar het eerst mee in aanraking kwam, omdat iedereen de koos of omdat je dit koppelt aan iets anders. Mijn lievelingskleuren waren namelijk licht blauw en geel. Deze kleuren staan voor de zon en de blauwe, onbewolkte lucht. De
Een schets van een willekeurig punt uit mijn leven: Ik vertrek van huis met de angst dat ik mijn sleutels vergeet, al heb ik het al drie keer gecheckt. Ik heb ze nu, maar wellicht straks niet meer. Haastig fiets ik naar het station, om vervolgens tien minuten op het perron te wachten, je weet maar nooit. Ik stap in de trein en twijfel enorm aan mezelf. Kan ik er ook nu op vertrouwen dat ik me uit routine heb ingecheckt? Moet ik voor de zekerheid een conducteur aanspreken? Nee toch? Bovendien wil ik mijn trein niet missen. Ik schrik want mijn mobiel zit niet op zijn vaste plek. Wanneer ik uit de trein stap realiseer ik me dat ik moet plassen. Daar had ik net alle tijd voor, nu duurt het echter nog even voor er weer een gelegenheid komt. Ik ga ergens heen met een reden, die ik me pas later realiseer. Ik vergeet. Een mens zal nooit volledig helder van geest zijn.
Reacties
Een reactie posten