Van huis naar thuis
Na een barre fietstocht door de sneeuw en wind, dwalend en zoekend op een gigantische autoweg. Duurde het een uur voor ik het station gevonden had. Bepakt met mijn zware tas speurde ik op de automaat naar een enkeltje luchthaven. Na ook de trein tijden bekeken te hebben, restte mij enkel nog wachten. Het zoeken naar de incheckbalie op het vliegveld om vervolgens nog meer tijd te vertoeven door te zitten in de vertrekhal Ook in het vliegtuig had ik enkel geduld nodig. Gelukkig ontmoette ik steeds leuke mensen en werd ik in het vliegtuig vergezelt door een leuk jongetje. Hoewel het allemaal menig uren duren, was ik toch plots in Nederland. Het was donker, niet echt koud en overal brandde lampjes. Vanuit de auto bestudeerde ik de vlakke wegen, de sierlijke fietsen en de lieve kanalen. De rust. Hoewel het vijf weken geleden nog mijn normale thuis was, en in Wenen hier zo naar verlangde, voelde ik me hier nu vervreemd van. De sfeer hier is ontzettend anders dan in Wenen. Met zijn grote statige gebouwen, zijn gure wind, de mensen die je nauwelijks ziet, de trams en auto's die heen en weer zoeven en de paar fietsen zijn enkel mountainbikes (met een helm op, geen ontspannen fietsen dus).
In de trein betrapte ik mijzelf erop dat ik in het Engels dacht, te midden van al de Nederlands sprekende mensen. De Nederlandse trein, met de Nederlandse kaartjes en de Nederlandse overzichtelijkheid en rust. Het laatste stukje zat ik achterop de fiets, wat in Wenen niet mogelijk is omdat ze er geen bagagedrager hebben. Al snel voelde ik mijn buikspieren en de koele wind. De kleine bruine huisjes keken mij vreemd aan, evenals de vele ruimte en leegte, het feit dat je uitzicht hebt en mensen ziet lopen. Na veel Nederlands gepraat te hebben, al uit-rustend van de reis onder het genot van drop en suikerwafels werd het toch echt tijd mijn ogen te sluiten en mijn eerste Nederlandse nachtrust te krijgen.
De volgende morgen werd ik wakker van de zon, die ik al weken niet gezien heb. Ik hoorde het vertrouwde geluid van al de auto's en uit het raam zag ik het rustige water en de rode daken van de kleine huizen. Ik ben weer in Nederland.
In de trein betrapte ik mijzelf erop dat ik in het Engels dacht, te midden van al de Nederlands sprekende mensen. De Nederlandse trein, met de Nederlandse kaartjes en de Nederlandse overzichtelijkheid en rust. Het laatste stukje zat ik achterop de fiets, wat in Wenen niet mogelijk is omdat ze er geen bagagedrager hebben. Al snel voelde ik mijn buikspieren en de koele wind. De kleine bruine huisjes keken mij vreemd aan, evenals de vele ruimte en leegte, het feit dat je uitzicht hebt en mensen ziet lopen. Na veel Nederlands gepraat te hebben, al uit-rustend van de reis onder het genot van drop en suikerwafels werd het toch echt tijd mijn ogen te sluiten en mijn eerste Nederlandse nachtrust te krijgen.
De volgende morgen werd ik wakker van de zon, die ik al weken niet gezien heb. Ik hoorde het vertrouwde geluid van al de auto's en uit het raam zag ik het rustige water en de rode daken van de kleine huizen. Ik ben weer in Nederland.
Reacties
Een reactie posten