SIT


SIT

Ik volg nu een vak van ASW [algemene sociale wetenschappen], genaamd weerstand tegen minderheden. Eigenlijk sprak het mij niet zo aan, maar ja ik had weinig keus.
Toch, positief denkend als ik ben, stap ik er met een neutrale blik in en kijk ik wat er te leren valt. En dat is weer erg leuk. Ik hou van nieuwe informatie verwerven, als een soort verslaving. Waar ik nieuwe informatie ruik, duik ik er in.
Net hebben we de SIT behandeld, de Social Identity Theory. Deze is erg interessant en verhelderend. Het komt er op neer dat mensen altijd negatieve gevoelens tegenover andere groepen hebben. Ongeacht waar deze groepvorming op gebaseerd is; zoals bij de scheiding tussen de linker helft van de zaal en de rechterhelft. Het gooien van een bepaald getal met de dobbelsteen. Alles.
Opmerkelijk en interessant vind ik, dat alles wat ik leer, toe te passen is op jezelf. En er op die manier achter te komen dat het klopt wat ze beweren. Als je willekeurig wordt ingedeeld in groepen, en je mag geld aan mensen uitdelen. Kies je er eerder voor om geld te geven aan mensen binnen jouw groep. Al ken je ze niet en is de groep net willekeurig ingedeeld.
Centrale concepten zijn in-group favoritism en out-group hate. Je eigen groep zie je automatisch als positiever en de andere groep als negatief. De andere groep zie je bovendien als een geheel met negatieve eigenschappen, en niet als individuen. Je ziet ze als een homogene groep. Mensen benadrukken de verschillen tussen groepen om zo hun eigen groep in positievere positie te zetten. Het ervaren van het behoren tot een positieve groep, draagt bij aan een positieve identiteit. Hier streven mensen naar. Wanneer ze het gevoel hebben dat hun groep niet bijdraagt aan een positieve identiteit kunnen ze de groep veranderen, zorgen voor meer cohesie binnen de groep of uiteindelijk over stappen naar een andere groep. In de hoop een betere positie te verkrijgen.
Interessant vond ik dat wanneer je groepen hebt met verschillende machtsposities, het bestaan van dominante en ondergeschikte groepen. Dat de leden van de ondergeschikte groep, vaker ook negatief over hun eigen groep denken, maar niet kunnen veranderen van groep [bijv. doordat deze gebaseerd is op huidskleur of afkomst]. En zichzelf toch als lid beschouwen van de superieure groep.
Je kunt dit toepassen op alle groepen, zij het over voetbal, politieke voorkeur, uiterlijk, opleiding etc. Het voelt vreemd, enigszins naar, om te ervaren dat het inderdaad zo werkt. Terwijl ik helemaal niet wil oordelen over anderen en meestal dan ook neutraal denk over anderen. Heb je toch bij sommige gevallen dat je je eigen groep toch echt beter vindt. Zoals politieke voorkeur, puur omdat je niet snapt dat anderen jouw punten niet zien. En niet goed, rationeel denken, zoals je ervan overtuigd bent het zelf wel te doen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Waarom ik Amerikanen niet begrijp en ik niet in Amerika zou kunnen wonen