Achternam[e]an

Achternamean
De laatste tijd valt mij op dat achternamen meestal op –man eindigen. Werkman, Timmerman, Akkerman, Veldman, Hofman. En als het niet op man eindigt is de achternaam wel een ander mannelijk-beroep. Boer, Jager, Koning, Keizer, Graaf. Of een mannelijke voornaam met -zoon eraan geplakt [of een verbastering]; Pieterszoon, Klaassen.
En als achternamen niet duidelijk mannelijk zijn, dan zijn het plaatsnamen. Flauw. Achternamen zijn dus óf mannelijk óf onzijdig.
De opkomst van het feminisme heeft zich dus blijkbaar enkel laten zien in het behoud van de meisjesnaam van een vrouw, en niet in de vervrouwelijking van achternamen. De vrouw heeft dus in achternamen een duidelijk onder geschikte rol. Want hoewel achternamen gebruikt werden om aan te duiden wie je was, om naast de voornaam onderscheidt te maken [Henk, de Boer]. Hoe kun je dan diens vrouw ook de Boer noemen? Zij is toch de Boerin of anders huisvrouw? Terwijl wel Huisman als achternaam gebruikt wordt. De vrouw wordt dus duidelijk niet onderscheden van haar man. Belachelijk. Ik stel voor dat vrouwen eens vaker zelf hun achternaam vormen. Dat er wél vrouwelijke achternamen komen.
Daarnaast kunnen de achternamen weer met een functie gebruikt worden, om mensen werkelijk te onderscheiden én aan te duiden. Nienke de Schrijfster, Kunstenares, Artieste. Marieke de Directrice, Telefoniste of Verkoopster. Alleen is zo’n persoonlijke achternaam in deze tijd misschien wel wat lastig, aangezien mensen om de haverklap van baan veranderen.
Maar je kunt achternamen natuurlijk ook zo maken dat ze zichtbaar en onveranderlijk zijn. Zoals wel een voorkomt: Lange, Groote, Mooie, de Wit of de Jonge.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Waarom ik Amerikanen niet begrijp en ik niet in Amerika zou kunnen wonen

brieven

Alledaagse dingen; Angst